De BIK stimuleert het bedrijfsleven om zich uit de crisis te investeren

Het is zo goed als zeker dat de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) per 1 januari 2021 van start gaat. Dit geldt waarschijnlijk (nog) niet voor de fiscale eenheid; de Europese Commissie moet hiervoor eerst toestemming geven. Sinds oktober 2020 is een aantal zaken veranderd, zo zijn de percentages omhoog gegaan.

Wat is het doel van de BIK?

Met de BIK-regeling wil het kabinet bedrijfsinvesteringen stimuleren tijdens de economische crisis als  gevolg van het coronavirus. Via de BIK krijgen bedrijven tot maximaal 3,9% belastingvoordeel op investeringen in bedrijfsmiddelen. Voor de BIK-regeling komen bedrijfsmiddelen in aanmerking die:

  • voor de bedrijfsvoering worden aangeschaft;
  • nieuw en niet eerder gebruikt zijn;
  • een minimale waarde van € 1.500 euro hebben.

Voor wie is de regeling bedoeld?

Het kabinet heeft de BIK-regeling zo opgezet dat deze alleen geldt voor bedrijven in Nederland die investeringen doen. Bij behandeling van de regeling in de Tweede Kamer kwam de vraag naar voren of de BIK ook van toepassing is voor investeringen buiten Nederland. Het gaat dan om investeringen door een buitenlandse groepsmaatschappij van hetzelfde concern of buitenlands filiaal. Dit weglekken van de BIK naar het buitenland is niet de bedoeling van het kabinet.

Huidige opzet regeling

Voor de BIK kan de aanvrager één inhoudingsplichtige, die deel uitmaakt van de fiscale eenheid, aanwijzen als BIK-inhoudingsplichtige. Door het centraal stellen van de fiscale eenheid maakt het kabinet het mogelijk dat ook investeringen door ondernemingen binnen de fiscale eenheid die niet inhoudingsplichtig zijn voor de Loonheffing in aanmerking kunnen komen voor de BIK. Dit betekent dat een buitenlandse moeder-, zuster- of dochtermaatschappij van een Nederlands bedrijf geen deel kan uitmaken van een fiscale eenheid in Nederland. Wanneer de buitenlandse moeder-, zuster- of dochtermaatschappij een vergelijkbare investering in het buitenland doet, komt het Nederlandse bedrijf niet voor de BIK in aanmerking.

Wat zijn de gevolgen hiervan?

Het gevaar bestaat dat een Europese rechter de huidige opzet van de BIK-regeling strijdig acht met de vrijheid van vestiging zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Een succesvol beroep bij de Europese rechter op de vrijheid van vestiging zou kunnen leiden tot een ongewilde verruiming van de regeling: het weglekken van de BIK naar het buitenland.

Meer weten?

Heb je nog vragen met betrekking tot de BIK-regeling? Neem contact met ons op.